Bootcamp versus examentrainingen: wat is het verschil?

Luzac biedt bootcamps waarin leerlingen in één dag het onderwerp dat zij lastig vinden onder de knie krijgen. En daarnaast biedt Luzac examentrainingen, waarin leerlingen worden klaargestoomd voor hun eindexamen. Wat is het grote verschil tussen en de grote meerwaarde van deze bootcamps en examentrainingen? We vroegen het aan onze operationeel manager en het brein achter de bootcamps: Quintijn Schenkel.

Wat is de meerwaarde van een bootcamp?

‘‘De bootcamp gaat echt om het wegwerken van hiaten die je hebt opgelopen in de stof. Het is dan heel fijn dat je één dag de tijd hebt om dat hiaat te herstellen. In plaats van dat je een paar keer een uurtje bijles volgt en constant achter de feiten aanloopt, pak je één dag voor dat onderwerp en snap je het na die dag ook écht. We behandelen in vijf talks en oefensessies, de break-outs, alle onderdelen van dat lastige onderwerp. Ik hoor leerlingen aan het eind van de dag zeggen: ‘Is dit het? Dit kan ik nu gewoon’.’’

Terug naar de kern

‘‘De kracht van de bootcamp is dat we teruggaan naar de kern van de stof. Er zitten best wat elementen in de bootcamp die je in een normale les niet kunt realiseren. Je neemt leerlingen de hele dag mee in één onderwerp. Een schooldag verloopt logischerwijs meer gefragmenteerd. Je hebt een uur Wiskunde, Geschiedenis, Nederlands, Natuurkunde en Engels. En die fragmentatie geldt voor lessen ook. Docenten hebben maar een uur de tijd. In dat uur legt een geschiedenisdocent bijvoorbeeld een klein stukje uit over de Tachtigjarige Oorlog. Maar het grote plaatje waarbinnen die Tachtigjarige Oorlog zich afspeelt, dat zijn veel leerlingen weer een beetje kwijt. Tijdens de bootcamp beginnen we vanuit het totaalplaatje en gaan we het plaatje stap voor stap invullen. Tijdens lessen is dat 9 van de 10 keer andersom.’’

Wat is het verschil tussen een bootcamp en examentraining?

‘‘Om het te vergelijken met topsport: tijdens een bootcamp leer je voetballen. Je zou bijvoorbeeld een bootcamp ‘penalty schieten’ kunnen nemen, zodat je leert hoe je een goede penalty schiet. Een examentraining is veel meer te vergelijken met de voorbereiding op een groot toernooi. Dan zal je ook een keer een corner trappen en wordt de strategie besproken. Je bespreekt of je voor een korte of lange corner gaat. Maar je gaat er wel vanuit: deze voetballer kan voetballen. Dat is bij een examentraining ook zo. Natuurlijk gaat het er ook wel om dat leerlingen de dingetjes die ze nog niet snappen, wél gaan begrijpen. Maar uiteindelijk kun je de examentraining veel meer zien als de voorbereiding op een groot toernooi. Elk sportteam gaat dan trainen. Het zou heel gek zijn als Louis van Gaal in Qatar zou zeggen: ‘Nee joh, ze hoeven niet te trainen. Ze kunnen allemaal voetballen’.’’

Oefenen, oefenen en kennis oppoetsen

‘‘Een examentraining doe je dus aan het einde van de rit, in de aanloop naar het examen. Tuurlijk komt er stof langs die je al twee jaar geleden gehad hebt, maar ook op je examen kunt krijgen. Die kennis poetsen we op. Maar de lessen zijn de basis. We hebben hele vakkundige docenten die goede lessen geven. Om terug te gaan naar voetbal: als je bij Ajax voetbalt kun je echt wel voetballen en word je goed begeleid. En toch ga je trainen voor die ene grote wedstrijd. Aan vaardigheden moet je echt altijd blijven werken, anders zakt het weg.

Maar blijkt tijdens een examentraining dat bijvoorbeeld een onderwerp als differentiaalrekening nog onvoldoende wordt beheerst? Dan kan hij daar nog een bootcamp voor volgen. Dan is dat hiaat weg.

Leerlingen komen met een goed studieplan de examentraining uit. Ze weten welke vaardigheden ze moeten blijven oefenen tot de dag voor het examen. Het resultaat van de examentraining: leerlingen scoren gemiddeld 1 (doel)punt meer tijdens hun eindexamen!’’